Vandaag na het ontbijt vertrekken we richting Douz. De snel weg er naar toe is vrij eentonig. Wat we zien zijn heel veel olijfbomen. Honderde kilometers lang olijfbomen. En verder heel veel vuilnis. Over-al! Gooi maar neer. En wij thuis maar netjes ons afval scheiden. Als we de snelweg verlaten komen we langs een dorp met huizen in uitgehakten rotsen in Gabès. In Matmata doen we koffie en hebben we voor weinig 6 schapen vellen op de kop getikt. Nou ja, iemand anders heeft ze op de kop getikt en het velletje voor ons eraf gehaald. Dan rijden we nog een paar kilometer voor nog een koppie. Toen we 10 jaar geleden uit Libië kwamen en de monteur naar huis brachten hebben we daar ook gezeten en ik herinnerde me dat ze zulke overheerlijke koekjes hadden. Gazelle-hoorntjes genaamt. Gezoet met veel honing en gevuld met amandel en sesamzaad. En ja hoor. Ze waren er nu ook nog. Smullen!! De laatste 80 km gaan we over een onverharde weg. Lekker stof happend achter Willem en Marcel aan. In Douz aangekomen tanken we de auto’s af en doen de laatste boodschappen omdat we morgen voor een kleine week de woestijn intrekken. Bij de slager hangt dood-leuk een kamelen kop. Heerlijk zegt ie, jaja. Ik sla even over als je ‘t niet erg vindt...