We worden wakker met weer een prachtig uitzicht op de bergen en omgeving. We ontbijten met crackers, beschuit, kaas en de laatste chocolade hagelslag. Bij de bespreking van de dag komt de eigenaar van het café om een pleister vragen. Hij heeft een lelijke wond op zijn vinger die al pittig dik is. Z’n vinger wordt ontsmet en verbonden. Dan gaan we eerst naar een waterput. Aan de twee uiteinde van het touw zitten zakken van hergebruikte vrachtwagen binnenbanden. De put is 40 m diep. Het duurde 7 jaar dat ze op deze diepte kwamen waarin altijd water staat. Omdat de grond uit steen bestaat moesten ze iedere keer een vuurtje stoken om de stenen broos te krijgen zodat het uitgehakt kon worden. Op deze plek loopt een kudde dromedarissen. Onderweg wordt 2 keer met de lier een oude boom omgetrokken voor kampvuur hout. Met een zaag wordt de boom door de helft gezaagd en op de auto van de gids gelegd. Dan door naar duinen waar we zandrozen gaan zoeken. Helaas zal het er niet van komen omdat we door omstandigheden terug gaan naar Douz en daar in het hotel zullen overnachten de komende 2 nachten. Eindelijk weer WiFi. Nu maar hopen dat thuis alles goed gegaan is. 8 dagen van de wereld afgesloten, niet bereikbaar. Dat was fijn maar ook vreemd. Gelukkig geen dringende dingen, alles goed gegaan thuis.